SCHIPHOL - De Turkse luchtvaartmaatschappij Onur Air is af en toe slordig omgesprongen met de administratie, maar de veiligheid van de vliegtuigen was in orde. Het vliegverbod dat de vervoerder in mei gedurende twee weken kreeg, was onterecht. Dat blijkt uit een dinsdag bekendgemaakt onderzoek van het Britse International Bureau of Aviation (IBA).
De Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) heeft Onur Air in mei gedurende twee weken de toegang tot ons luchtruim ontzegd. Volgens de toezichthouder sprong het Turkse bedrijf nonchalant om met de veiligheid. Ook in Frankrijk, Duitsland en Zwitserland was de maatschappij twee weken niet welkom.
Volgens het Brits onderzoeksbureau, dat zijn conclusies baseert op informatie van onder meer Onur Air en vliegtuigfabrikanten, blijft er van de argumenten van de inspectie weinig over. De instantie schrijft dat veel incidenten ook bij andere maatschappijen voorkomen, zoals een voorval met het remsysteem van een van de motoren.
De piloot kreeg voor vertrek de melding dat dit systeem aanstond. Pas na ingrijpen van technici werd het defect gerepareerd. Volgens de IVW was dit een zeer ernstig incident. Het vliegtuig zou neerstorten als het straalomkeersysteem tijdens de vlucht aan zou gaan. Maar volgens het Britse bureau heeft Onur Air juist prima gehandeld door niet te vertrekken en de fout te laten verhelpen.
Het IBA verwijt Onur Air wel in twaalf gevallen administratieve fouten te hebben gemaakt. Bovendien was bij een toestel sprake van een versleten rem. Dat is volgens het IBA de schuld van Onur Air.
De Turkse onderneming wil een schadeclaim indienen en eist ongeveer 30 miljoen euro. Meer dan 107.000 passagiers waren volgens Onur Air de dupe van het vliegverbod.
bron : NU.nl